God dichtbij

Gepubliceerd op 24 oktober 2025 om 19:09

De belofte die als rode draad door de Bijbel loopt luidt: "I will be your God, you will be my people and I will dwell with you again" - onbekend 

In Genesis lezen we hoe God de wereld maakt, met de mens als kers op de taart. Hij maakt ze met Zijn eigen handen, een duo, als Zijn beelddragers. Beelddrager zijn betekent dat je lijkt op degene die je vertegenwoordigd. Zo lezen we dat God zegt in Genesis 1:26: “Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen!” Het valt op dat beelddrager zijn ook een bepaalde taak met zich meebrengt: de aarde en alles wat erop leeft verzorgen en beheren. We dragen dus niet alleen het beeld van onze Maker, maar krijgen ook de taak om Hem te vertegenwoordigen op aarde door Hem te gehoorzamen in de taak die Hij ons geeft. In Genesis 2: 16 en 17 wordt dit aangevuld met de goedkeuring om van alle bomen te eten, met de uitzondering het verbod om van de boom des kennis van goed en kwaad te eten. Die boom en dus ook die kennis, behoort alleen God toe. Doen ze dat wel? Dan zullen ze zeker sterven. Op het moment dat God dit sprak tot hen, was Hij dus bij hen in de Hof van Eden, het paradijs. Ze konden genieten van al het moois wat Hij had gemaakt voor hen, Zijn aanwezigheid en het vertrouwen van Hem in hun mogelijkheden de gegeven taak uit te voeren in de hof. De dood was er nog niet, geen ziekte, geen pijn, het was allemaal perfect. We lezen niets over angst voor God, wat schetst dat Adam en (zoals ze later als naam kreeg,) Eva zich volkomen op hun gemak voelden bij Hem, Hij hen bekend was. Wanneer we lezen in Genesis 3 dat ze toch van de boom eten, volgt dan ook de vloek die God hen had voorzegt, de dood en zonde komt op aarde en hun lichamen  en de hele schepping wordt sterfelijk. Ook worden ze uit de Hof van Eden gestuurd, die bewaakt wordt door engelen, zodat ze er niet terug in kunnen. Er ontstaat een breuk van de mens, die drieledig is op dit moment: een breuk tussen God en de mensen, een breuk tussen de mensen onderling en een breuk in de schepping van de natuur en de mens die hiervoor moet zorgen. De consequenties zijn voelbaar in alle aspecten van het samenleven en allesomvattend groot. De vrede is in alle verhouding is verbroken, aangetast, geschonden. Dit zien we elke dag nog terug in de wereld om ons heen. God zij dank is de Bijbel langer dan dat en is de kans op vrede en herstel van die 3 relaties mogelijk. Ik wil je meenemen in de ontwikkeling van de relatie tussen God en de mensen en hoe die relatie vormgegeven is hierna.

 

We zien in de geschiedenis na de zondeval dat God persoonlijk spreekt tot diverse mensen, die we nu vaak duiden als de aardsvaders. Zo beloofde Hij Abram een land, een groot nageslacht dat een volk zou vormen en zegen voor dat volk en door hen ook een zegen voor de andere volken (Genesis 12:1-3). De opdracht die Abram hierbij krijgt die weer gehoorzaamheid en vertrouwen vraagt, zoals eerder ook bij Adam en Eva, is: vertrek naar een land dat Ik je wijzen zal. Abram moest huis, haard (kolenvuur?), familie, alles achterlaten en vertrekken. Bestemming? Onbekend. Maar de belofte bij gehoorzaamheid was groot en direct tot hem gesproken door God, Die naar hem toe kwam.

 

Zo’n 500 tot 600 jaar later, zien we een groot volk, zoals beloofd. Het volk leeft echter in slavernij en in het land Egypte, wat niet hun beloofde land was. God komt weer spreken, dit keer tegen Mozes, met de opdracht Zijn volk uit het land Egypte te leiden, uit slavernij. Zo gezegd, zo gedaan is absoluut niet van toepassing op de tegenstrubbelingen van Mozes en alles wat er gebeurd daarna. Maar door Gods leiding en hulp vertrekken ze uit het land en komen ze aan bij de berg Sinaï. God stuurt een Engel en vraagt Mozes om naar Hem toe te komen op de berg. Hier spreekt God uitgebreid met Mozes en geeft hem instructies en wetten voor het hele volk. De wetten zijn bedoeld om dichtbij God te kunnen leven, Die met hen meereist. Ook krijgen ze instructies voor het maken van een ark, een tabernakel en de eredienst aan Hem in die tabernakel. Want God wil in die tabernakel verblijven, te midden van Zijn volk. In het Engels heb je het werkwoord ‘to dwell’. Dat betekent in het Nederlands ‘wonen, verblijven, resideren of rondhangen in een bepaalde plaats’, aldus Google. Dit woord lezen we over God met betrekking tot de tabernakel. Stel je Gods geest eens voor die afdaalt om zo tussen de mensen te verblijven. Hoe bijzonder! Zo dichtbij. God is zo heilig, dat we als mensen die zondigen niet bij Hem in de buurt kunnen komen. De wetten en instructies moesten het volk helpen om heilig te leven voor Hem, om Hem te vertegenwoordigen richting andere volken, maar ook voor hen persoonlijk, in hun relatie naar God toe en om te leren leven zoals God hen bedoeld had, toen Hij hen schiep. De priester- en offerwetten hielpen hen in het leven in Zijn aanwezigheid in de tabernakel. Gehoorzaamheid en nabijheid gaan hierdoor hand in hand. En net als bij Adam die het werkverbond kreeg, helpt het de mensen te leven voor een doel, hèt doel, Hem. Daarnaast zijn de wetten er om hen te beschermen tegen zichzelf, als ook het contact met hun medemens en het volk als maatschappelijke structuur. Echter bleek al direct dat we als mensen die gehoorzaamheid en Godgerichtheid niet kunnen waarmaken, door de zondeval en het egoïsme die we daardoor in ons hebben.

 

Gelukkig bleef door de geschiedenis heen God telkens spreken en Zijn volk opzoeken. Zo werd het volk naar het beloofd land geleid en kregen ze het van Hem. God wilde zich ook daar bij hen vestigen, dit keer in de tempel, die gebouwd mocht worden onder leiding van koning Salomo. In 1 Koningen 8:10 lezen we hoe God afdaalt in een wolk, naar het heiligdom, in de tempel. Koning Salomo spreekt het volk toe over hoe ze God kunnen dienen en roept op tot gehoorzaamheid hierin, namens God. Hij zegent hen het volk en hij dankt en offert God voor alles. Gehoorzaamheid en nabijheid. Ook hier konden de mensen hun kant van het verbond niet waar maken en moest God op den duur hen verlaten, door hun halsstarrigheid. 

 

De aardse geschiedenis komt echter tot een verrassend hoogtepunt, geheel tegen alle culturele en godsdienstige verwachtingen van die tijd in: Jezus komt op aarde. Bij ons. Als mens èn als God, dichtbij. Hij verbindt de 2 naturen die van elkaar verbroken waren, in Zichzelf, tot een geheel. Hij sloeg een brug, die nooit meer verbroken kon worden. Hij bracht heling, waar niemand anders dat kon. Hij vervult alle wetten, die we als mensen tot dan nog altijd niet konden houden en die we sindsdien ook nog steeds als mens niet volledig kunnen vervullen. Maar het goede nieuws is, dat we dat dankzij Hem ook niet hoeven te doen. Hij brengt vergeving, heling en verbinding met Hem, aan iedereen die in Hem geloofd. Hij beloofd ons eeuwig leven in plaats van de dood, waarmee Hij de consequenties van onze zonden wegneemt en Zelf draagt. Nadat Hij dit heeft mogelijk gemaakt aan het kruishout door voor ons te sterven, daarna uit de dood op te staan en op te stijgen naar de hemel, komt de Heilige Geest, ook God, naar de aarde. Dit keer geen menselijke gestalte, maar een Geest die wil komen wonen in ons mensen, als we geloven in Jezus en Hem willen volgen in ons leven. De Geest helpt ons om te wonen naar Gods wil, waarbij Zijn wetten ons nog steeds helpen dit vorm te geven. Het verschil is, dat het geen voorwaarde meer is om Gods nabijheid te hebben, dat is alleen geloof en overgave aan Hem. Vanuit de liefde die Hij ons geeft, vormt de Geest onze wil steeds meer naar de Zijne, zodat we uit wederliefde Zijn wetten willen volgen. Zo zijn we nog steeds beelddragers van God, naar de mensen om ons heen, met God zo dichtbij als de adem in onze longen, het bloed dat door ons hart pompt en de wind die door onze haren waait.

 

Klinkt dit bijna te mooi om waar te zijn? God heeft nog veel meer te geven. Wanneer we gelovend in Jezus sterven, zullen onze lichamen als Jezus terugkomt naar de aarde voor de laatste keer, verheerlijkt worden, volmaakt, samen met onze ziel. We zullen naar de hemel en nieuwe aarde gaan, waar God altijd is. Waar de consequenties van de zonden: dood, verdriet, pijn, ziekte, haat, eenzaamheid, nooit meer zijn, zonder een einde aan dat eeuwige leven. We zullen Hem dienen, in Zijn nabijheid mogen zijn voor altijd, in volledige harmonie, zonder dat we Zijn heiligheid kunnen schenden door wangedrag, egoïsme, trots of haat. Er zal weer een volledig herstelde drieledige verbinding zijn: met God, met de medemensen, met de nieuwe schepping. En deze keer zullen we die niet meer kunnen verruïneren door een vrije wil waarmee we keuzes maken tegen God. Alles en iedereen zal volledig tot zijn ultieme doel eeuwig leven: voor Hem, door Hem.

 

Ervaar je onmacht, gebrokenheid, ziekte, pijn en verdriet in je leven? Ga naar Jezus. Ervaar je je eigen trots, egoïsme, haat, onverdraagzaamheid, schijnheiligheid? Ga naar Jezus. Zie je hoe anderen lijden, het milieu verslechtert en mensen doelloos leven? Ga naar Jezus. Hij vergeeft en heelt en helpt.

Hij wacht op je.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.